zaterdag 7 mei 2016

Op de laatste reserves


Ik hoop zo dat ik de laatste nieuwsberichten verkeerd begrijp, dat ik het gevoel kwijt ga raken van uitbuiting en afpersing. Dat het beeld verdwijnt van trotse mensen die zo goed binnen het budget gebleven zijn. De miljoenen die over zijn van het WMO-budget zijn dus niet terecht gekomen bij de mensen die het echt nodig hebben, maar dreigen terug te stromen in de algemene reserves van de gemeentes. En dan denk ik aan de mensen die nu zonder de noodzakelijke zorg zitten, die door het hoge eigen risico niet meer naar de dokter gaan, die door een onbetaalbare eigen bijdrage hun hulpmiddelen teruggeven of die geen deel meer kunnen nemen aan sociale activiteiten.

Ik raak de gedachte maar niet kwijt dat het overschot gerealiseerd is door schaamteloos zorg en ondersteuning aan mensen te weigeren. De bezuinigingen in de zorg lijken gelijke tred te houden met het verminderen van het empathisch vermogen van budgethouders en poortwachters. Daarnaast hebben de hervormingen in de zorg wél weer geleid tot winsten bij ziekenhuizen, topsalarissen bij de zorgverzekeraars en nu dus ook tot het vergroten van de gemeentelijke financiële reserves. Zo leidt de hervorming tot een bijzondere winst & verlies rekening. Gelukkig reserveert mijn lokale gemeente het geldoverschot voor WMO-doelen, maar het is zeker niet onmogelijk dat we straks over rotondes rijden die gefinancierd zijn met ons zorggeld.

Maar het gaat niet alleen over de figuurlijke verarming van onze maatschappij, ook letterlijk plukken we de zure vruchten. De bodem van onze eigen reserves komt snel in zicht. Naast de worsteling om  balans te vinden in ons persoonlijk leven, staat nu ook de veiligheid en zekerheid van ons bestaan op de tocht. In onze familie is dat niet anders. Doordat een belastbaar inkomen boven bijstandsniveau is, kan er geen beroep worden gedaan op huurtoeslag. De huur is nu een kostenpost van bijna 50% van het inkomen. Daarnaast tikken de eigen bijdrages en kosten voor zorg, medicijnen, alarmering en hulpmiddelen per maand behoorlijk aan. Zelfs zonder eten, drinken en kleding eindigt het maandelijks met een negatief inkomen; niets te besteden dus. Dit houden we niet lang vol zo. 

Natuurlijk ben ik gaan rondbellen, googelen en onderzoeken. Het eerste telefoontje was naar de bijzondere bijstand. De dame kon ons niet helpen, maar gaf de tip om zo snel mogelijk naar een goedkope woning te verhuizen. Tja, maar waar vind je een aangepaste, rolstoeldoorgankelijke, digitaal bestuurde woning voor een prikkie? Ik kon me niet voorstellen dat wij de enige zijn die in deze situatie zitten. Een landelijk onderzoek laat inderdaad zien dat waarschijnlijk 8 op de 10 mensen met een beperking onder het minimum leven zonder uitzicht op betere omstandigheden; een vergeten groep in Nederland zeggen ze. Wel stellen ze dat financiële zorgen een direct effect hebben op de kwaliteit van leven, tjonge…..wat een inzicht.

Doordat de officiële instanties met ouderwetse regels blijven werken wordt het steeds moeilijker om het financieel rond te krijgen. Een modern zorgstelsel met een star belastingstelsel maakt dat we op papier zelfredzaam zijn, maar in werkelijkheid ver onder het minimum moeten leven. Het wordt tijd dat het vrij besteedbaar inkomen gebruikt wordt om de levensstandaard te bepalen en niet langer het al oude belastbaar inkomen. We moeten zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen in onze participatiemaatschappij, maar zorg dan ook voor transparante, eerlijke en gelijke mogelijkheden!

Maar we geven het nog niet op.
We gaan nu bezwaar maken bij de belastingdienst, en bij afwijzing gaan we naar de gemeente met dit verhaal. Een onzekere periode waardoor we toch wat minder kunnen genieten van al onze zegeningen. Want zonder geldzorgen én een dak boven je hoofd is het toch wel wat makkelijker om deel te nemen aan het sociaal leven en emotionele verrijking te vinden.
Gelukkig gaat de zon nog steeds voor niets op.....